De Duvelskoele bij Koekange

In Koekange leefde een man met een klein boerderijtje. Hij kon zichzelf en zijn gezin er net mee in leven houden, maar meer ook niet. Het was armoe troef.

‘Ach kon iemand mij maar helpen’ dacht hij en hij ploegde voort. ‘Wel dat kan’ klonk het plotseling aan zijn zijde en hij zag tot zijn verbazing een zwerver staan. ‘Alles wat jij mij opdraagt, doe ik’, sprak de vreemdeling. Ik hoef geen loon en ook geen eten. Alleen stel ik deze voorwaarde: ‘Als je helemaal heen werk meer voor mij hebt, moet je doen wat ik zeg.’ ‘Akkoord’ lachte de boer en hij gaf de man opdracht het oude boerderijtje wat op te knappen. Zijn vrouw, die de nieuwe knecht zag lopen zei: ‘Moet je zijn voeten zien, het lijken wel bokkenpoten. Het zal toch niet de duivel zijn?’ Op advies van zijn vrouw verzon de man toen een opdracht die geen mens vervullen kon. Hij zei ‘Het touw van de putemmer is kapot. Draai nu uit zand een touw in elkaar dat zo lang meegaat, dat mijn kleinkinderen het nog kunnen gebruiken.’ Toen de ‘knecht’ de opdracht hoorde stampte hij woedend zo hard op de grond dat er een diepe kuil ontstond, vlak naast de put bij de boerderij. En hoe zij ook probeerden de kuil dicht te gooien, het lukte niet. En hij is er nog altijd: de Duvelskoele.

Bron: https://www.touristinfohetreestdal.nl/welkom/de-mysteries-van-het-reestdal/